Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Verkondigt het niet te [31]Gath, boodschapt het niet op de straten van Askelon; opdat de dochters der Filistijnen zich niet [32]verblijden, opdat de dochters der [33]onbesnedenen niet [34]opspringen van vreugde. 31. Gath en Askelon waren beide bewoond van de Filistijnen, liggende in het zuidwesten van de bergen Gilboa aan de zee; Gath in Dan, en Askelon in Simeon. Zie Richt.14:19, en onder, hfdst.21 vs.20,22. 32. God en zijn volk lasterende en beschimpende; gelijk Richt.16:23, enz. 33. Zie Richt.15:18. 34. Met uiterlijke gebaren en tekenen van vreugde hun goden den lof dezer victorie toeschrijvende.